Wandelpad ‘rozen op de avonturenberg’
met botanische en oude soorten
WAT ZIJN BOTANISCHE SPECIES OF DE ‘WILDE’ ROZELAARS?
Deze categorie groepeert de botanische species (of de ‘wilde’ rozelaars) die spontaan ontstonden en gevonden werden in het wild op het Noordelijk halfrond. Ze bloeien van begin mei tot einde juni en brengen weliswaar slechts eenvoudige bloemen voort maar dan op een massieve wijze terwijl de herbloeiende variëteiten hun bloeiperiode over de hele zomer spreiden en, in totaliteit, niet meer bloemen produceren. De sierwaarde van de botanische species ligt niet alleen in het gracieus en poëtisch uitzicht en in de bloei maar zeker ook in de verscheidenheid van het blad (vijf- tot zeventiendelig), zijn kleur (van lichtwit- grijsgroen tot zeer donker glanzend groen en licht rood-purper tot donker metaalblauw groen) en de bottels (zeer verschillend van kleur, vorm en grootte, gaande van geel, geeloranje, oranjerood, roodbruin tot zwart en van rond, eirond naar flesvormig).
TOEPASSEN VAN BOTANISCHE OF WILDE ROZEN
De uiteindelijke hoogte van deze rozensoort is afhankelijk van de standplaats (droog, vochtig, de hoeveelheid zonlicht én van de grondsoort. Het zijn zonder uitzondering allemaal oersterke rozen, die niet al te kieskeurig zijn. Met andere woorden: ze zijn tevreden met elke plek en zullen het nagenoeg zonder uitzondering overal wel doen. Het zijn sterke en volledig winterharde soorten. Zelfs op de ogenschijnlijk meest ongunstige plek zal een wilde roos het nog goed doen. Als vrijstaande struik aangeplant zal de botanische roos minder hoog worden dan wanneer hij langs een pergola of klimrek wordt geleid. De rozen hebben een natuurlijke uitstraling en hoeven nauwelijks gesnoeid te worden. Dit komt die natuurlijke uitstraling alleen maar ten goede.
ONDERHOUD
De snoei beperkt zich tot het uitdunnen van het overtollig of droog geworden hout.
Om de vijf à acht jaar kan met de heesters verjongen door een mechanische snoei. De beste periode om te snoeien is in de winter. De snoei is ook nog eens heel eenvoudig: de gehele struik kan tot een hoogte van ongeveer +/-30cm. worden teruggesnoeid. Een extra bemesting mag nu gegeven worden.
VOORDELEN
Wilde rozen hebben veel voordelen: ze zijn oersterk, doen het bijna op elke grondsoort, hoeven vaak maar eens in de vijf tot acht jaar gesnoeid te worden, én ze hebben een natuurlijke uitstraling. Ook groeien ze op ongunstige, winderige plaatsen waar andere planten het niet uithouden en zijn ze uitermate winterhard. Naast al deze voordelen hebben ze één nadeel: ze bloeien vaak maar één keer.
Ze bloeien dan wel lang en uitbundig. Als ze uitgebloeid zijn vormen ze mooi gevormde en kleurige bottels.
SYMBOOL
De roos is altijd gezien als symbool van pure schoonheid en ideale vorm. Ook de tegenstelling tussen de fraaie bloemen en de vaak venijnige stekels spreekt onveranderlijk tot de verbeelding. Een roos zonder doornen mag erg praktisch zijn, hij mist karakter. De rode roos is symbool van vurige liefde, sociale bewogenheid, geheimhouding ‘sub rosa’. De witte roos staat voor zuiverheid, pure schoonheid en volkomen eerlijkheid.
De roos door de eeuwen heen
Rozen zijn zeker al 5000 jaar in cultuur. Mogelijk is de teelt in de buurt van de Indus-vallei of in China het eerst ontstaan. In ieder geval vervaardigden de oude Perzen al rozenolie uit de bloemblaadjes en wordt er in de oudste Chinese boeken al over rozen gesproken.
Via de Grieken kwam de Perzische rozenteelt bij de Romeinen terecht, die verzot op rozen raakten en er driftig mee kweekten. De oudste gekweekte Europese rozen stammen uit die Romeinse cultuur, maar later kreeg de teelt opnieuw een stimulans toen de Europese ridders tijdens de kruistochten naar Palestina daar de (andere) rozen daar ontdekten en mee naar huis namen. Een gevolg was dat al in de 13e eeuw in de buurt van Parijs rozenolie werd geproduceerd.
Rozenfamilie
Rozen behoren tot de grote familie van de Rosaceae, waar ook appel en peer, kers, (dwerg)mispel, perzik, amandel, vuurdoorn, braam, lijsterbes toe behoren. Bij elkaar ruim 120 geslachten met totaal meer dan 3500 soorten. De soorten die tot het geslacht Rosa behoren, zijn meestal bladverliezend, ze hebben bijna allemaal stekels of borstels en ze hebben allemaal samengesteld blad. Dat kan wisselen van drie tot meer dan vijftien deelblaadjes per blad.
Meer bloemblaadjes, meer geur
Bijna alle soorten hebben van nature vijf bloemblaadjes, maar bij sommige kweekvormen kunnen het er meer dan honderd zijn. Die toename van dat aantal bloemblaadjes wordt bij de veredeling bewust nagestreefd omdat de geurstof van rozen in die bloemblaadjes zit. Dus hoe meer bloemblaadjes, des te meer geur. Er zijn overigens ook rozen – zoals de egelantier – met geurend groen blad.
Gezondheid
Aan rozen kunnen vruchten verschijnen: de bottels. Die kunnen per soort sterk verschillen en bij veel cultivars (cultuurvormen) verschijnen ze nooit omdat de bloemen door hun vorm of om een andere reden niet bestoven kunnen worden. De bottels kunnen kaal of behaard/ stekelig zijn en rood, oranje, bruin of zwart van kleur zijn. Zo’n bottel is eigenlijk een opgezwollen bloembodem waar de vruchten/zaden in zitten. Die bloembodem (het ‘vlees’ van de bottel) is vaak zeer rijk aan vitamine C.
Botanische rozen
Botanische rozen zijn soorten die in het wild voorkomen. Deze rozen hebben allemaal enkele (geen gevulde) bloemen en vormen bottels, deze wilde rozen zijn de gedroomde rozen voor elke bij of vlinder.
BIODIVERSITEIT
Anders dan bij de (over) gecultiveerde soorten zijn hier de stamper en meeldraden goed zichtbaar. Botanische rozen zijn dus belangrijk voor de biodiversiteit. Deze ‘wilde’ soorten zijn ook goed toepasbaar in een natuurrijke tuin. De meeste botanische rozen worden vooral in openbaar groen toegepast. Er zijn ruim honderd soorten waarvan er 50 inheems zijn voor Europa. Vol vitaminen
ROZENBOTTELS
Vooral wilde rozen produceren veel rozenbottels. Het vlees daarvan bevat enorm veel vitamine C. De bottels van Rosa rugosa worden daar zelfs speciaal voor geteeld. Er worden vitaminerijke dranken mee gemaakt, ook in siroopvorm, en de bekende rozenbotteljam, Rozenbotteljam is heel makkelijk zelf te maken.
VITAMINE C
Bij mijn weten is er geen enkele vrucht die meer vitamine C bezit dan de rozenbottel. Sommigen beweren dat de bottels 30 keer meer vitamine C hebben dan sinaasappels en 17 keer meer da kiwi’s. En die zijn toch beroemd voor hun vitamine C- gehalte. Daarom is de rozenbottel een ideaal middel om heilzaam door de winter te geraken. Ik spreek met nadruk over de wilde rozenbottels die je bij ons in de natuur vindt.
Beringen Avonturenberg: Rozentuin krijgt officieel naambordje