Ouderwets & zeldzaam  Rosa Gallica we zetten ze terug in de kijker!

ROSA GALLICA

Nu de zomer met rasse schreden op ons afkomt kijken we uit naar de eerste bloei van deze nieuwe aanplantingen op de mijnterril B-Mine. Omdat het een proefproject is laten we alles op ons af komen en gaan geregeld kijken en beoordelen we hoe de rozen reageren op deze toch wel bijzondere ondergrond. In onze proefopstelling hebben we een aantal soorten uitgekozen die we nadien kort zullen omschrijven en er een bijpassende foto bij geven. Maar eerst even wat algemene informatie over de Gallica rozen

Rosa Gallica, ze zijn waarschijnlijk 2000 jaar oud. Het grootste aantal is echter gekweekt gedurende de 18e en 19e eeuw in Frankrijk. De kleuren van Gallicarozen zijn dieper dan die van de Alba’s. Naast roze komt rood voor maar eveneens de merkwaardigste tinten violet, paars en mauve, naast gestreepte vormen. Dit zijn waarschijnlijk dan ook de oudste tuinrozen. Ze werden reeds gekweekt door de Grieken en Romeinen. Vanaf de 17de eeuw begonnen ook de Nederlandse kwekers nieuwe variëteiten te kruisen gevolgd door de Fransen. Gallica rozen staan dus bij de liefhebbers bekend om haar prachtige kleurschakeringen en hun schitterende bloemvormen. Het zijn meestal kort groeiende, bossige struikjes en hierdoor zijn ze dan ook geschikt voor gebruik in de kleinere tuinen. Ze bloeien al vroeg in de zomer en behoeven weinig tot geen snoei. Gallica rozen in hun natuurlijke habitat kan je in de buurt van de middellandse zee terug vinden. Verder in Irak en Iran en verrassenderwijze ook in Ierland maar dan wel in het zuiden, nl. country Kerry. Het verhaal gaat dat de Gallica’s al gecultiveerd werden door de ‘Meden en Perzen’ meer dan duizend jaar voor Christus. De Meden (van het Oudperzische Māda-; Oudgrieks: Μᾶδοι Madoi) waren een Iraans volk dat een gebied bewoonde in het tegenwoordige Iran. Volgens Herodotus zou er sprake zijn geweest van een Medisch rijk met als hoofdstad Ecbatana, het huidige Hamadan. Thibault de Sonnier, een Franse kruisridder uit de 13e eeuw, bracht deze rozen volgens het verhaal mee naar Europa, naar Frankrijk dus. De Zweedse arts en plantkundige Carolus Linnaeus ontwikkelde in 1735 een systeem om planten te ordenen in verschillende groepen. Linnaeus was in de 18de eeuw, verantwoordelijk voor het benoemen van planten soorten met Latijnse namen, hij bedacht uiteindelijk de naam Gallica, de oude naam voor Frankrijk. De Gallica’s zijn dus één van de oudste rozen die bekend zijn. Ze komen nog steeds voor in de genen van moderne rozen. In de middeleeuwen werden ze gebruikt als medicijn voor diverse kwalen. De Gallica is op allerlei manieren gebruikt om andere rozen door middel van kruisen te kweken. Gallica rozen worden in je tuin gemiddeld zo’n vijftig cm. hoog en omdat ze niet geënt is in de vrije natuur, kan ze zich door scheuten enorm uitbreiden. Wil je dit voorkomen kan je dit inperken door er een hoge densiteit polyethyleen wortelbegrenzer omheen te plaatsen. Om dit probleem te voorkomen kan je dan ook uitkijken naar kwekers die ze op een onderstam hebben geoculeerd. Gallica’s stellen niet al te veel eisen aan de grond en gedijen dan ook goed ook in arme grond. Deze rozen hebben ook een redelijk goede weerstand tegen vorst. In een van mijn rozenboeken las ik dat temperaturen van -10°C geen probleem zijn. De bloemen van de Gallica’s zijn eerder eenvoudig en enkel, helder rozerood van kleur met gele meeldraden. De geur is niet zo sterk als bij de hybriden. De takken hebben kleine zachte behaarde doornen wat ze gebruiksvriendelijk maken. Na de bloeiperiode geeft ze later op het jaar mooie ronde rode bottels. Gallica’s bloeien dus vroeg in de zomer, helaas zijn ze maar éénmaal bloeiend. De productie van bottels maakt dit goed.

Toch is deze wilde vorm niet om opgenoemde reden niet zo populair als tuinplant. Er zijn mooiere en effectievere vormen Gallica’s te koop en hiermee bedoel ik de afgeleide hybriden. Een opmerkelijk verschil is dat ze nogal forse struiken vormen. Ze zijn dan ok goed te gebruiken achter in een border. Het is mij een zorg dat ze slechts eenmaal in bloei staan maar dan zijn ze toch ‘o’ zo mooi.

De Gallica’s die je bij een rozenkwekerij gespecialiseerd in oude rozen koopt zijn veelal geoculeerde rozen op een laxa onderstam. Vraag het even bij de verkoper hij kan je dit zeker aantonen.

In diverse rozenboeken kan je lezen dat de Gallica’s reeds gecultiveerd werden door de Meden en Perzen meer dan duizend jaar voor Chr.

Ze komt voor in de genen van heden ten dage aangeboden moderne tuinrozen.

In de middeleeuwen werden Gallica’s vooral gebruikt voor het maken van medicijnen tegen allerlei pijntjes en kwalen.

Vroege cultuurvars zijn: Rosa Gallica Officinalis ook bekend als ‘de apothekers roos’. Deze roos heeft diep rozerode enkele bloemen. In de 16e eeuw ontstond uit deze roos een mutant of sport ´Versicolor´. Zij is roze met onregelmatige purperen strepen. Deze roos verspreid een heerlijke geur.

Zo is ook Tuscany van omstreeks 1600 een prachtige Gallica, maar Tuscany Superb, die hoogstwaarschijnlijk één ouder als Tuscany heeft of een sport is van deze, is populairder omdat haar bloemen groter en voller zijn. Zij werd gekweekt door Rivers in Engeland in 1837.

Wie interesse heeft kan de hieronder omschreven Gallica’s komen bewonderen op de terril van B-mine in Beringen

Complicata

´Complicata´

De naamgeving van deze roos ´Complicata´ is even mysterieus als  haar afkomst die totaal onbekend is. Ze heeft daarentegen zeer goede eigenschappen. Voor een roos uit de familie Rosa gallica is ze recht opgaand en kan zelfs wanneer ze aangebonden word als een klimroos wel 3m hoog worden. Vrijstaand als heesterros opgekweekt zal ze met haar bijna stekel loze twijgen een oppervlakte van 2m x 2m in beslag nemen. De bloemen zijn enkelvoudig. Een sterk groeiende struik met bloemen van ongeveer 12 cm doorsnee heeft zeer mooie meeldraden en verspreid een ondanks haar grote bloemvorm toch een aangename charmerende rozengeur, typisch voor een wilde soort. ´Complicata´ bloeit in de zomer. Groeit fors met een grijsgroen blad. Na de bloeiperiode vormt ze ronde oranje bottels. Verlangt een plaatsje in volle zon. Een goede roos voor op armere grond. Kan ook als losse haag aangeplant worden. Zeer goed winterhard.

Louis van Till

´Louis van Till´

De goed gevulde geurende en licht roze gekleurde bloemen verspreiden een zeer aangename geur. Deze roos heeft een zeer compacte groeiwijze met een goed gezond blad. Hoogte 1.20m x 090m

Aimable Rouge

Godefroy voor 1800

De kleur van deze zeer goed gevulde bloemen is karmijn tot purperrood die naargelang de weersomstandigheden en naarmate de roos is haar uitbloeifase komt eerder naar het violette overgaat.
De bloemen zijn volmaakt rond van vorm dicht gevuld en zeer sterk geurend. De roos heeft een bossige groeiwijze eerder uitgroeiend in de breedte. De bloemtakken hangen naar beneden en de roos kan uitgroeien tot een hoogte van 1.20m x 1.80m breed

Officinalis

Voor 1310 in cultuur

De apothekersroos is de oudste gekende roos in cultuur gekweekt. Ze had bijzondere eigenschappen waardoor ze reeds gebruikt werd om er rozenolie uit te distilleren. Het waren vooral de Romeinen en de Egyptenaren die de eigenschappen van deze roos wisten te waarderen en gebruikte ze dan ook om haar helende werking. De roos werd door de kruisvaarders mee naar de Provence in Frankrijk meegebracht. In de middeleeuwen was de rozenolie een zeer kostbaar goed. ’Red Rose of Lancaster’ zo werd ze op verschillende wapenschilden in Engeland afgebeeld en kreeg daar ook haar bekendheid door. De roos bloeit eenmaal zeer uitbundig in juni met halfgevulde karmozijnrood tot purperrode bloemen. Ze laat zeer goed haar mooie gele stuifmeeldraden zien. Deze roos die de tand des tijd goed doorstaan heeft bezit een gezond loof en kan ook op minder goede bodem en zelf wat schaduw verdragen. Ze heeft een recht opgaande groeiwijze en kan tot 1.56m x1.50m groot worden.

Officinalis
Voor 1310 in cultuur

Versicolor

Eerste beschrijving +/- 1583

Rosa Gallica Versicolor behoort tot de Gallicarozen, en daarmee tot de oudste rozen. De bloei is eenmalig in juni. De bloemen zijn diep roze met wit gestreept. Het is een halfopen bloeier waardoor de meeldraden ook te zien zijn. De bloemen geuren sterk. De vorm is opgaand en hoeft nauwelijks gesnoeid te worden. Snoei als nodig direct na de bloei. De struik wordt ongeveer 1,5 meter hoog en is goed winterhard. Volgens de legende wil is deze roos Rosa Mundi genoemd naar Rosamund Clifford, de geliefde van Hendrik II, koning van Engeland. Met zekerheid is ze ontstaan uit de „Apotheker-Rose“ ’Officinalis’ waarvan het een sport is of ook wel eens mutatie genoemd. Het is de oudste gekende gestreepte roos. Ze was de aanzet van de vele daarna gekruiste gestreepte rozen variëteiten. Wat groeiwijze en bloemvorm betreft is ze gelijkend op Rosa“ ’Officinalis’. Het grote verschil kunnen we opmerken bij de bloemblaadjes die purperrood gestreept zijn en contrasteren op de witte achtergrond. Het is opmerkelijk hoe verschillend de bloemen kunnen zijn op één en dezelfde plant. Soms overweegt de rode kleur, dan weer is wit dominant in de bloem aanwezig. De los gevulde bloemen geuren fijn en bloeien rijkelijk in juni. Deze roos groeit eerder recht opgaand en onder het gewicht van de bloemen durven de twijgen wel een door te buigen. Een zeer gezonde roos. Het is een echte blikvanger die ongeveer 1.20m x 1.20m groot kan uitgroeien.

Versicolor
Eerste beschrijving +/- 1583

See you at be-Mine

De tuinman

Met dank aan C. Schultheis voor de foto’s.