Soorten Rozen
Klimrozen
Klimrozen dienen om muren, pergola’s of schuttingen te laten begroeien. Gezien ze niet zelf klimmen, dienen de takken aangebonden te worden. Er zijn verschillende types en bloemvormen en er is een onderscheid te maken tussen eenmaal (liaanrozen), hoofdzakelijk in juni, bloeiende en tot oktober doorbloeiende klimrozen. Ze kunnen metershoog worden maar de moderne doorbloeiers blijven iets lager en zijn ook toepasbaar in kleinere tuinen. Vaak hebben klimrozen mooie heldere kleuren en zijn ze goed bestand tegen ziekten. Klimrozen worden na de winter, op vorstvrije dagen, gesnoeid. Liaanrozen of boomklimmers kunnen na de bloei worden gesnoeid. Het volstaat ook enkel de zieke of overtollige takken weg te nemen. Bij grootbloemige klimrozen worden, na het tweede of derde jaar van aanplanting, in het vroege voorjaar de zijtakken op de leggers ingekort op 3 cm à 5 cm.
Tros- en perkrozen
Trosrozen onderscheiden zich van andere soorten doordat de bloemen niet alleenstaand zijn maar in trossen aan de struik verschijnen. Hierdoor geven ze meer bloemen en blijven ze rijkelijk doorbloeien. Een groot aantal van de honderd verschillende variëteiten geurt heerlijk. De hoogte verschilt van 50 cm tot 100 cm en omdat de struik ook onderaan voldoende blad krijgt, is hij eveneens geschikt als haag of vakbeplanting. Trosrozen worden begin maart ± 15 cm teruggesnoeid.
Theehybriden
Deze rozen zijn te herkennen aan de grote, alleenstaande gevulde bloemen, aan de fraaie bloemvorm, de schitterende kleuren en de heerlijke geur.
De struiken kunnen als alleenstaand op een opvallende plaats in de tuin toegepast worden of als verzameling in een perk. De rijke bloei begint in juli en gaat door tot de vorst invalt.
De hoogte van grootbloemige rozen verschilt van 60 cm tot 150 cm.
Grootbloemige rozen worden begin maart gesnoeid op 3 tot 5 naar buiten staande ogen (± 12 cm).
Oude of dode takken worden verwijderd.
Bodembedekkende rozen
Bodembedekkende rozen bloeien rijkelijk en vaak tot laat in de herfst. De soepele takken van deze roos groeien kruipend over de grond en vormen zo een bodembedekkend bloementapijt dat bovendien onkruid tegengaat. Deze groeivorm past uitstekend in moderne tuinen. Naargelang de soort wordt hij 50 cm tot 80 cm hoog. Bodembedekkende rozen worden begin maart ± 15 cm teruggesnoeid.
Heesterrozen
Heesterrozen zijn rozenstruiken met een natuurlijke vorm die soms dicht bij de wilde soorten staat. Er zijn eenmaal bloeiende en doorbloeiende soorten. In groep komen ze met hun meestal zachte pasteltinten mooi tot hun recht in grote perken. Ze zijn evenzeer harmonisch toe te passen tussen andere struiken. Er zijn lage soorten van 60 cm tot hoog opgaande vormen van 120 cm. In het voorjaar worden de dode takken verwijderd en wordt de struik verder in vorm gesnoeid. Eenmaal bloeiende soorten worden niet in het voorjaar, maar onmiddellijk na de bloei, in juni of juli, gesnoeid.